Toegegeven, de boete van €10.580 die een huurder kreeg wegens het ongeoorloofd onderverhuren van haar sociale huurwoning via Airbnb is niet misselijk. Maar een rechter heeft voor het overige wel zeer veel begrip voor de gespeelde domheid van iemand die OP KOSTEN VAN DE MAATSCHAPPIJ in een sociale huurwoning zit.
Gooi uw sociale huurwoning in de verhuur, luidt het advies en doe alsof u gek bent. Wel moet u de inkomsten op een aparte spaarrekening zetten voor het geval de huurbaas u betrapt. Een, zo vermoeden wij, Amsterdamse woont voor € 542,77 per maand sinds 2011 in een sociale huurwoning op een mooie plek in de stad. De woning mag volgens het contract niet worden onderverhuurd. Ondanks dat verhuurt zij sinds 2012 de woning twee nachten per maand via Airbnb.
In september 2015 laat de verhuurder ten overvloede weten dat Airbnb-en verboden is. In oktober komt daar een aangetekend schrijven overheen waarin de verhuurder meldt dat de huurder busted is. De sherlock van de verhuurorganisatie ontdekte dat de woning sinds 2012 op Airbnb staat, inclusief 33 lovende recensies. De huurder trekt de Airbnb-advertentie onmiddellijk in, maar de verhuurder stapt naar de rechter. Daar volgt een kanon van een eis: ontbinden van de huurovereenkomst en '€ 5.299,47 aan contractuele boete, € 22.770,00 aan afdracht van opbrengsten uit onderverhuur, en subsidiair tot voldoening van € 21.003,84 als schadevergoeding in de vorm van de genoten winst uit onderverhuur, met veroordeling van [huurster] in de kosten van het geding'.
De rechter oordeelt in twee stappen. De huurovereenkomst kan niet ontbonden worden, want a) de huurster had een goudeerlijk betoog over dat veel van haar vrienden ook hun sociale woning via Airbnb aanbieden, dus daarom kon zij niet bevroeden dat Airbnb ook onderverhuren betekent, b) sinds kort hebben we EEN MAATSCHAPPELIJKE DISCUSSIE over de vraag of sociale huurders ook mogen Airbnb-en en c) tijdens de verhuur sliep zij zelf op het zoldertje van haar appartement, dus er werd geen woonruimte aan de sociale woningvoorraad onttrokken. Dat betekent dat van ontbinding van de huurovereenkomst geen sprake kan zijn.
Vervolgens komt de rechter toe aan de behandeling van de boete. De boetebepaling in het huurcontract is in strijd met Europees recht, want in de algemene voorwaarden staat geen matiging op de boete (hier het hele verhaal) en daarmee wordt deze 'onredelijk bezwarend'. Dus streep door de boete, behalve dat de verhuurder wel aanspraak kan maken op de geschatte Airbnb-inkomsten ('uitgaande van een begrote opbrengst van € 230,00 per maand gedurende 46 maanden komt dit neer op een totaalopbrengst van € 10.580,00 uit onderverhuur'). Daarom moet de huurster € 10.580,00 aan de verhuurder betalen, alsmede diens advocaatkosten.
Met deze uitspraak laat de rechter ons in verbijstering achter: 1) we zijn benieuwd of slapen op zolder in die woning überhaupt is toegestaan (meestal niet en elke Amsterdammer met of zonder eigen woning kent het bergruimtegezeik), 2) echt IEDERE sociale huurder weet heus al heel lang dat Airbnb-en niet mag en 3) die zogenaamde MAATSCHAPPELIJKE DISCUSSIE OVER AIRBNB VOOR SOCIALE HUURDERS is niets meer dan een recent geopperd slecht idee. Enfin, wij zijn foto's uploaden, neprecensies schrijven en een spaarrekening openen.