Jongeren staan over het algemeen positief tegenover tijdelijke huurcontracten, zo blijkt uit een explorerend onderzoek dat is uitgevoerd door studenten Sociale Geografie en Planologie van de Universiteit Utrecht. Het jongerencontract is uitgewerkt in een initiatiefwet van Carola Schouten (CU).
Met het Jongerencontract krijgen jongeren tussen de 18 en 28 jaar een huurcontract voor maximaal vijf jaar (eventueel te verlengen met twee jaar). Daarna maakt de jongere plaats voor een volgende jongere. Tijdens de huurperiode bouwen jongeren nog steeds inschrijfduur op, waardoor de kans op een volgende sociale woning na de huurperiode toeneemt. Inmiddels heeft het wetsvoorstel ook steun gekregen van een meerderheid in de Eerste Kamer. Per 1 juli gaat de nieuwe wet in werking.
Sneller aan een woning komen
In het kader van een leeronderzoek hebben 16 studenten van de Universiteit Utrecht op initiatief van Platform31 onderzocht hoe jongeren zelf over de nieuwe mogelijkheid voor tijdelijke verhuur denken. Zien zij zo’n jongerencontract als aantrekkelijke optie om sneller aan de zo gewilde woning te komen, of vooral als noodzakelijk kwaad omdat een permanent huurcontract nu eenmaal te lang op zich laat wachten? Welke wensen en eisen stellen jongeren dan aan hun woning en woonomgeving en welke concessies zijn zij bereid te doen als het gaat om een tijdelijke situatie? Voor het onderzoek hebben de studenten 354 jongeren (studerend en werkend) tussen de 18 en 28 jaar persoonlijk geënquêteerd in de grootstedelijke agglomeraties Utrecht en Den Bosch. Aanvullend zijn enkele experts geïnterviewd. De studenten aan de pen over de belangrijkste resultaten:
Uitkomsten
De meeste jongeren staan flexibel tegenover de toekomst van hun wooncarrière, waardoor de tijdelijke aard van het contract niet per se een probleem is. Van de totale populatie is de helft bereid tot zeer bereid om een tijdelijk huurcontract te accepteren. Grofweg een kwart staat er neutraal tegenover of weet het nog niet en een kwart zegt het contract liever niet te accepteren. Vooral studenten en jongeren tussen de 18 en 23 jaar oud zijn overwegend positief over een tijdelijk huurcontract.
Levensfase
In algemene zin wonen jongeren tussen de 18 en 23 jaar het liefst in een appartement of flat in de buurt van de binnenstad. Dit heeft te maken met de levensfase van deze groep. Zij zullen op korte termijn nog niet aan samenwonen of kinderen krijgen denken. Dit is ook terug te zien aan het feit dat de respondenten uit deze leeftijdsgroep het minste waarde hechten aan de ruimte voor een eventuele extra kamer. De groep tussen de 24 en 28 daarentegen heeft een grotere voorkeur voor een eengezinswoning en heeft de verwachting ook eerder te gaan samenwonen en kinderen te krijgen. Belangrijke omgevingsfactoren voor de jongeren in het algemeen zijn de nabijheid van een supermarkt en opstappunt voor het openbaar vervoer.
Woonwensen
Wanneer het gaat om een tijdelijk huurcontract zijn jongeren best bereid om concessies te doen aan hun woonwensen. Zo vinden zij bijvoorbeeld grootte en afstand tot het station minder belangrijk bij een tijdelijke woning. Echter vragen jongeren in Utrecht zich meer dan de jongeren in Den Bosch wel af in hoeverre ze na het aflopen van het vijfjarige huurcontract alsnog voor een permanente sociale huurwoning in aanmerking zullen komen, ondanks dat de inschrijfduur bij Woningnet behouden blijft (een vereiste voor driekwart van alle jongeren). Waarschijnlijk komt dit door de krappere woningmarkt in Utrecht. Jongeren in Utrecht en omgeving zijn ook positiever over een tijdelijk huurcontract dan jongeren in Den Bosch en omgeving. Bij 68 procent van alle ondervraagde jongeren in Utrecht is het sneller kunnen beschikken over een woning een trigger om een tijdelijk huurcontract te accepteren.
Bron: platform31.nl